Om de ouderenzorg in de regio Gooi en Vechtstreek ook de komende jaren te garanderen, hebben vier zorginstellingen en Zilveren Kruis in 2023 een uniek samenwerkingsverband gesloten. Uniek omdat het gaat over zorg uit zowel de Zorgverzekeringswet (Zvw) als de Wet langdurige zorg (Wlz). Maar ook omdat dit voor het eerst gebeurt in Nederland. Amaris Zorggroep is een van de betrokken instellingen. Manager HR Ilse Nouwen-Zwinkels en regiomanager Willemijn van der Poel vertellen wat het samenwerkingsverband voor hun organisatie betekent. ‘Nu we allemaal dezelfde afspraak met Zilveren Kruis hebben, zijn we officieel geen concurrenten meer. We moeten laten zien dat we het met elkaar doen.’
Één gezamenlijk doel: de zorg toegankelijk houden voor ouderen in onze regio
Een oudere meneer die met mantelzorg thuis kan blijven wonen, maar eens per maand een weekend bij Amaris komt slapen om de mantelzorger te ontlasten. Zomaar een voorbeeld van wat de nieuwe manier van samenwerken makkelijker maakt. ‘Het maakt voor ons niet meer uit welke indicatie iemand heeft, Zvw of Wlz. We regelen gewoon wat iemand nodig heeft’, legt regiomanager Willemijn uit. Want waar er voorheen een financiële prikkel was om zoveel mogelijk productie te draaien, is deze er met het nieuwe samenwerkingsverband niet langer. ‘De hokjes in financiering belemmerden ons vaak in ons werk. Nu heeft Zilveren Kruis ons de kans geboden om voor een bepaald bedrag zorg te leveren, met maar één doel: dat we meer ouderen helpen, dus dat we groeien. Op welke manier dan ook.’
Unieke afspraak
De handtekeningen onder de contracten werden gezet in juni 2023, maar de voorbereidingen liepen al langer. Het is voor het eerst in Nederland dat Zilveren Kruis dergelijke afspraken maakt wat betreft financiering in de zorg. Manager HR Ilse: ‘Alle aangesloten organisaties en Zilveren Kruis hebben nu samen één doel: de zorg in deze regio toegankelijk houden voor alle ouderen die zorg nodig hebben. Ongeacht het soort zorg. In ons jaarplan hebben we dit als hoofddoel vastgesteld.’ Vanuit dat jaarplan wordt gewerkt met een aantal pijlers. Een daarvan is ‘betekenisvol ouder worden’, waarbij de focus ligt op het aansluiten bij wat ouderen zelf waardevol en belangrijk vinden. Een onderdeel hiervan is kijken hoe we ouderen langer zelfstandig kunnen laten functioneren. Een andere pijler is ‘sociale cohesie’, wat staat voor het bijdragen aan ontmoeten en verbinden in de buurt. ‘Alles opgeteld is het een grote omslag in cultuur en gedrag’, vertelt Ilse. ‘Daar is tijd en vertrouwen voor nodig. En een belangrijk aspect is verbinden, door initiatieven onderling in de teams en in de regio met elkaar te delen.’
‘We kijken wat de ander nodig heeft: of dat nu de bewoner, collega of de regio is’
Pionieren
Amaris en de drie andere organisaties, HilverZorg, Inovum en Vivium Zorggroep, werken in kleine settings. Er wordt met elkaar iets nieuws geprobeerd en ter plekke wordt bekeken of iets werkt of niet. ‘Dan zie je het snelst effect, licht Ilse toe. Zoals laatst, toen er met een aantal organisaties in een wijk een zorgpunt werd onderzocht. Maar bij nadere verkenning bleek zoiets al te bestaan. Dan stoppen we er weer mee. We zijn aan het pionieren en dat vraagt veerkracht en vertrouwen. Belangrijk daarbij is om gebruik te maken van de kennis van mensen. En je collega’s en de bewoners goed te kennen. Zo zorg je er samen voor dat mensen in hun kracht komen te staan.’
Dezelfde blik
Maar hoe pak je zo’n samenwerking met andere zorginstellingen in de regio aan? Het startpunt bevindt zich volgens Willemijn binnen de organisatie, door het er veel over te hebben. ‘Ik heb de rol van ambassadeur op me genomen, door mensen steeds te bevragen. ‘Waarom doe je het zo? Ken je dit initiatief van deze partij? Zouden wij daar iets mee kunnen? ‘Het liefst doet ze dit als regiomanager on the flow, maar er worden ook speciale sessies voor gecreëerd. Zoals de managersdag met alle zorgmanagers. ‘Het is belangrijk om als zorgmanagers dezelfde blik te hebben. Om met elkaar te delen waar je tegenaan loopt, maar ook om mooie voorbeelden te delen om elkaar te inspireren.’
Openheid
Buiten de organisatie kijken Ilse en Willemijn graag waar de energie zit. Vanuit de vier organisaties komen er veel goede ideeën, vinden ze. Gezamenlijk stellen ze daarvoor de kaders op, maar daarbinnen kunnen medewerkers vrij hun gang gaan. De organisaties weten elkaar steeds beter te vinden en leren elkaars sterke punten kennen. Willemijn: ‘Vorige week sprak ik een manager bij Inovum die bezig is met de informele zorg. Als Amaris zijn we daar lokaal wel goed mee op weg, maar we hebben dat nog niet echt op papier staan. Deze manager vertelde over haar aanpak en welke materialen ze daarvoor gebruikt. Er is dus een grote openheid om informatie en ervaringen te delen.’ En ook problemen en uitdagingen worden aangepakt. In het relatief grote gebied Wijdemeren bijvoorbeeld, zijn zowel Inovum als Amaris actief in alle dorpskernen. ‘We gaan binnenkort in gesprek om te kijken hoe we hier samen de beste zorg kunnen verlenen’, vertelt Willemijn.
Van concurrent naar collega
Door de dubbele vergrijzing en arbeidskrapte wisten ze bij Amaris en de andere zorgorganisaties al heel lang dat ze het alleen niet gingen redden. Willemijn: ‘Nu we allemaal dezelfde afspraak met Zilveren Kruis hebben, zijn we officieel geen concurrenten meer. Het aantal cliënten moet groeien en we moeten laten zien dat we dat met elkaar doen.’ Ilse sluit zich daarbij aan. ‘Toen ik een jaar geleden startte bij Amaris, was een van mijn vragen waar de organisatie zichzelf over vijf jaar zag. Toen was het verrassende antwoord: ‘het maakt ons niet uit.’ Dat was totaal niet wat ik verwacht had in de zorgwereld. Maar al snel werd me duidelijk dat het draait om de zorg met elkaar toegankelijk houden. Waar wij als organisatie staan, is ondergeschikt. We opereren niet vanuit ons eigen ego, maar vanuit het samendoen. We kijken wat de ander nodig heeft; of dat nu de bewoner, collega of de regio is.’
Zonder logo, dezelfde polo
Op hr-gebied zijn er allerlei samenwerkingen, legt Ilse uit. De organisaties delen kennis, voeren samen cao-onderhandelingen en hebben een flexpool voor het personeel. Ook werken ze samen om mensen zonder zorgachtergrond kennis te laten maken met werken in de zorg. Ilse: ‘En we organiseren samen banenmarkten. Daar staan we zonder logo van Amaris, maar allemaal met dezelfde polo aan.
‘We nemen echt de tijd om elkaar te leren kennen’
Hetzelfde deden we met een kraam op de markt in een dorp in onze regio. Zonder logo, alleen met de oproep dat we zorgmedewerkers zoeken. Met geïnteresseerden die zich melden, bekijken we wat een logische locatie is om aan de slag te gaan. Zo worden nieuwe mensen over de vier organisaties verdeeld.’ Willemijn: ‘Ook maken we onderling afspraken over wat we wel en niet doen als professionals. Zo voorkom je dat de thuiszorgmedewerker van de ene instelling wel de steunkousen helpt aantrekken, terwijl de medewerker van de andere instelling dat niet doet. Als we op dat vlak ook met één stem spreken, voorkom je dat mensen gaan shoppen, en gewoon kiezen voor de meest logische partij bij hen in de buurt.’
Evalueren
Een nieuw contract met een nieuwe financieringswijze brengt ook een andere manier van evalueren met zich mee. De partijen zitten constant met Zilveren Kruis om tafel. ‘Bovendien zijn we veel bewuster bezig met het inzichtelijk maken van wat we doen’, vindt Willemijn. ‘Bijvoorbeeld verhalend, door initiatieven uit te lichten in een magazine, maar ook kwantitatief, door te meten waar we groeien en waar verschillen ontstaan.’ Dat gebeurt op allerlei niveaus: met de zorgmanagers op locatie, in het regio-overleg van het MT en in de bestuurdersoverleggen. Ook organiseert het samenwerkingsverband, binnen en buiten de regio, een soort werkbezoeken. ‘We gaan bij elkaar op bezoek om verbinding te maken en te kijken waar we samen stappen kunnen zetten’, legt Willemijn uit. ‘We nemen echt de tijd om elkaar te leren kennen.’
Lef en ondernemerschap
Een dergelijke unieke samenwerking zoals Amaris is aangegaan, vraagt een bepaalde mindset. Volgens Willemijn heb je lef en ondernemerschap nodig. ‘Je moet fouten durven maken en dingen aangaan, zonder eerst allerlei uitgebreide plannen of businesscases te maken. Soms ontdek je dan ook dat iets geen goed idee is of er geen behoefte aan is.’ Ilse adviseert anderen die in een gelijke constructie aan de slag zouden willen, altijd het hogere doel in het achterhoofd te houden. ‘Kijk welke zorg nodig is. Ga voorbij aan je eigen organisatie, maar onthoud waar je het ook alweer voor doet. Durf vanuit die transitie je werk te doen.’
‘Er is een grote openheid om informatie en ervaringen te delen’
Toekomst
Of meer zorgorganisaties de komende vijf jaar navolging zullen geven aan Amaris en hun samenwerkingsverband? Dat durven deze managers niet te zeggen. Maar een eigen toekomstdroom hebben ze wel. Wat Willemijn betreft bestaat Amaris als zodanig over vijf jaar niet meer. ‘Mijn droom is dat we dan met multidisciplinaire teams, zonder logo, in een wijk zorg bieden. Nog breder dan met de VVT-instellingen, dus ook samen met het sociaal domein en de gemeente. De zorg voor ouderen vooropzetten en het samen voor hen regelen, zonder schotten.’ Ilse heeft dezelfde toekomstdroom. ‘We hebben nog een aantal hobbels te nemen, maar de wil is er.’