In januari 2023 is Jah-Jireh Woonzorg live gegaan met REIN. Wij spreken met medeoprichter en bestuurder Eunice Willemstein over deze nieuwe klant van REIN.
Wie is Eunice Willemstein?
‘Ik ben lang verpleegkundige geweest in de regio Rotterdam. En ik ben altijd graag actief en betrokken bezig met mensen in mijn omgeving. Ik ben redelijk eigenwijs en houd van aanpakken. Daarbij zoek ik graag naar mogelijkheden om dingen voor elkaar te krijgen, linksom of rechtsom.’
Wat betekent Jah-Jireh en wat was de noodzaak om deze woonvorm op te richten?
‘Jah-Jireh betekent: Jehovah Voorziet. Wij zijn een particuliere woonzorginstelling voor ouderen die Jehovah’s getuigen zijn. Ik ben zelf ook Jehovah’s getuige en merkte toen ik werkte als wijkverpleegkundige, dat bepaalde zaken voor mijn geloofsgenoten niet goed geregeld waren. Zij zijn gewend aan een heel andere manier van leven. Daardoor zaten ze vaak alleen en werden ze vaak niet begrepen door hun medebewoners. Wij vieren bijvoorbeeld geen feestdagen. Dus als deze mensen dan in een regulier verzorgingshuis zitten, en de medewerkers maken (heel goed bedoeld!) van elke feestdag een groot feest, dan komen zij in een moeilijke situatie. Dan moeten ze kiezen: of je zit de hele dag alleen op je kamer, of je doet er tegen je wil aan mee. Het begint eigenlijk allemaal met respect hebben voor elkaar. Dan kun je heel goed samen zijn. En dat is wat ik zag dat er in de ouderenzorg aan ontbrak voor ouderen met onze geloofsovertuiging. Ze werden daardoor op hun oude dag ontwricht uit hun eigen vertrouwde manier van leven. Dat vond ik schrijnend. Toen ben ik gaan zoeken naar manieren waarop dit voor deze groep anders zou kunnen.’
Hoe is Jah-Jireh Woonzorg ontstaan?
‘In Nederland bleken al zo’n 150 speciale doelgroepen in de ouderenzorg te zijn. Groot voorbeeld voor mij was de Beukelaer in Rotterdam voor diverse doelgroepen zoals ouderen uit de Surinaamse en Marokkaanse gemeenschap. Juist omdat zij een heel andere manier van leven of culturele achtergrond hebben. Voor oudere Jehovah’s getuigen was er nog niets op dit gebied. Dat heb ik uiteindelijk in Engeland gevonden. Daar ben ik toen met een vriendin een paar dagen intern gaan kijken en voelen. Ik had vooraf gezegd; Ik wil niet alleen een rondleiding, maar wil desnoods op een klapbed bij bewoners op de kamer. Gewoon alles meemaken in zo’n huis. Zeker weten dat het wonen binnen zo’n woongroep echt het verschil maakt. Ik wist meteen; dit is het! Daar is Jah-Jireh Nederland uit voortgekomen.’
Wat waren de uitdagingen om deze specifieke vorm van ouderenzorg op te kunnen richten?
‘Het was vooral een uitdaging om het financiële deel rond te krijgen. Je hebt namelijk een juiste locatie nodig, deze moet eerst worden verbouwd, je moet mensen aannemen en je moet alles financieel opzetten. Na het bezoek aan Engeland, zijn we eerst met een kleine groep mensen gestart om dit idee te gaan onderzoeken. We namen alle kosten voor eigen rekening en hebben een simpele website gebouwd waarop we ons verhaal deden. Mensen konden zich dan inschrijven om eens per maand een bijeenkomst bij te wonen om het idee verder te onderzoeken. We legden een wachtlijst aan en in no-time hadden we al 1000 aanmeldingen. Geld en vastgoed bleken de grote uitdaging te zijn. Het Zorgkantoor kon ons niet verder helpen. Maar op aanraden van een zorginkoper van het Zorgkantoor, ben ik gaan praten met een grote zorgaanbieder in de regio. Die hadden in Rotterdam een flat die voor tweederde leegstond. Ineens konden we beschikken over 72 appartementen! Ik ben daar in 2010 eerst in mijn eentje in de zorg begonnen. Het was nog een kale spookflat, een grote bouwput zonder inrichting. En er kwamen meteen al drie bewoners wonen vanuit de revalidatie. Ik ben daar eerst drie weken dag en nacht met mijn bekende klapbedje in een appartement bij gaan wonen, om hen ook bij nood in de nacht zorg te kunnen bieden. Tussendoor was ik bezig om de organisatie op te zetten en mee te helpen om de andere appartementen verder op te knappen. Na drie weken was er voldoende werk en kon ik een verpleegkundige aannemen en ’s avonds weer terug naar huis.’ (lacht) Man en kinderen ook weer blij.
Hoe groot is de organisatie inmiddels?
‘We hebben nu drie locaties met in totaal 150 mensen in zorg en daarvan is 60% wlz (thuiswonend). Er zijn 100 medewerkers in vaste dienst en nog eens 20 flexibele krachten die we kunnen inzetten.’
Hoe is dat zo snel gegroeid?
‘Na het begin in Rotterdam in 2010, kregen we anderhalf jaar later in 2012 in Wageningen de beschikking over een flat in de bossen. Nog een jaar later kregen we op deze manier een flat in Heerlen. We moesten toen wel gaan kijken naar een verdienmodel, want in Rotterdam en Wageningen gingen alle inkomsten van zorg naar de zorgaanbieder, verder betaalden wij alles zelf. We hadden ongeveer 2,5 ton nodig voor personeel, uniformen, computers en verbouwingen. We wilden op eigen benen gaan staan. Het Zorgkantoor had hiervoor groen licht gegeven, maar ik moest een buffer realiseren om de tijd te overbruggen voordat het Zorgkantoor ons kon uitbetalen. Banken staan niet te springen om geld te lenen aan zorgorganisaties dus we moesten een oplossing verzinnen want collega’s wilden natuurlijk wel op tijd hun salaris ontvangen. Het was de dochter van een bewoner die met het idee kwam om dit via crowdfunding te doen. We hebben in een week tijd op elke locatie een presentatie gegeven aan alle bewoners en hun familie. Ik herinner mij dat toen we de bewoners voorlegde om een zelfstandig organisatie te worden, we op de locatie in Wageningen een staande ovatie kregen. Daarna hadden we in korte tijd bijna 4 ton bij elkaar.’ Geweldig toch!
Uit zo’n bedrag van de bewoners, blijkt veel commitment. Hoe ga je hiermee om?
‘Ik kan je eerlijk beamen dat ik daar wel eens van wakker heb gelegen. Want het moet natuurlijk wel allemaal goed gaan. Je komt elkaar iedere dag tegen en je hebt al het vertrouwen van de bewoners gekregen. Maar je hebt niet altijd alles in de hand. Gelukkig is alles goed verlopen. We hadden gedacht dat we het bedrag in 3 jaar tijd konden terugbetalen aan iedereen, maar uiteindelijk is dit in 2 jaar gelukt.’
Wat hoor je terug van de bewoners over hun ervaringen bij Jah-Jireh?
‘Onze bewoners praten graag over hun geloof met elkaar, ze steunen elkaar, zijn hecht en heel gericht op de toekomst. Het is hier vaak heel gezellig samen; er wordt veel met elkaar gelachen, gegeten, koffiegedronken en men zoekt elkaar regelmatig op. Maar daar hebben wij bijvoorbeeld geen Kerst voor nodig. Doordat wij daar andere opvattingen over hebben, gaan wij met dat soort vieringen anders, heel bewust en principieel om. Omdat alle bewoners van Jah-Jireh hierin gelijkgestemd zijn, geeft dat hen een heel fijne oude dag. Wij hebben veel aandacht voor de geloofsbeleving van onze bewoners. En als mensen bijvoorbeeld fysiek niet naar ‘de kerk’ kunnen gaan (wij noemen dat naar de Koninkrijkzaal), dan kunnen zij er via Zoom bij zijn. Zo blijven zij erbij horen. Dat is voor hen heel belangrijk.’
Is het moeilijk om personeel te vinden in deze specifieke woonvorm?
‘Eigenlijk niet. Mensen die hier komen werken, hebben verschillende achtergronden en geloofsovertuigingen. Belangrijk is dat iedereen respect heeft voor elkaars manier van leven. Wij hebben ook wel eens personeel dat weggaat om een praktische reden en dan na een jaar weer terugkomt, omdat ze het hier zo fijn en gezellig vinden. Zij voelen zich hier gewaardeerd en gerespecteerd als persoon, omdat dat is waar wij voor staan.’
Koppels blijven altijd samen, is een van jullie kernwaarden. Kun je hier wat meer over vertellen?
‘We proberen inderdaad zo lang mogelijk koppels bij elkaar te houden. Er zit natuurlijk wel een grens aan, bijvoorbeeld waar wij de veiligheid niet meer kunnen bieden. Dat is een duidelijke grens voor ons als organisatie. Er is bijvoorbeeld geen gesloten afdeling voor mensen die gaan dwalen want wij zijn geen verpleeghuis. Maar wij proberen mensen zo lang mogelijk hier samen te houden.’
Zijn er bij Jah-Jireh ontwikkelingen in de toekomst?
‘We zouden er zo nog 2 locaties bij kunnen realiseren, want er is genoeg animo. Maar eerst moeten we bijkomen van de Corona-tijd en de boel helemaal goed op orde hebben. En ik moet zeggen dat 3 locaties nog net behapbaar is om er goed bij betrokken te blijven. Ik rijd wekelijks naar alle locaties om voeling te houden met de bewoners en medewerkers. Ik vind dat heel belangrijk.’
Sinds kort zijn jullie live gegaan met REIN. Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
‘Via het REIN Magazine ben ik met REIN in contact gekomen. Er was een bestuurdersdiner aan gekoppeld. Vanaf minuut 1 dacht ik: dit is wat wij nodig hebben! En dat komt omdat ik van origine zelf verpleegkundige ben. De manier van werken met REIN is zo passend bij onze zorgmedewerkers, dat sluit gewoon naadloos aan. Het is hier dan ook heel goed ontvangen.’
Het was groot feest bij de opening, met alle bewoners en personeel erbij en zelfs de burgemeester. Hoe waren de eerste reacties?
‘Heel positief. We hebben ook bewust de bewoners erbij betrokken, om hen te laten zien hoe wij leren. De VR-bril vond men ook erg interessant en een hele uitnodigende manier om een virtuele training te volgen.’
Waarom heb je voor REIN gekozen?
‘Wij hadden een prachtig scholingsprogramma, dat was het probleem niet. Het niveau van dit vorige programma was ook prima, maar per module duurde het gewoon te lang, waardoor collega’s snel afhaakten. Dat vind ik zo fantastisch van REIN. Je kunt je tijd zó efficiënt gebruiken. En dat is belangrijk voor medewerkers. Iedereen heeft het druk. En we zoeken allemaal naar de balans tussen werk en privé. Medewerkers hebben buiten hun werk ook genoeg te doen. Maar met REIN kan je tóch tussendoor in korte momenten je deskundigheid verbeteren. Daarbij komt dat er voor elk wat wils is. Niet alleen qua aanbod, maar ook op welke manier. Alleen of samen met je team. Echt geweldig.’
Wat zijn je verwachtingen van REIN binnen de organisatie?
‘Juist omdat REIN zo van deze tijd is en ook omdat het voor een groot deel ook bedacht en gemaakt is door zorgprofessionals, denk ik dat het heel succesvol zal zijn. Ik verwacht dat ontwikkelen met REIN heel uitdagend en aantrekkelijk zal blijven. Wij hebben er zin in!’